René Jacobs volgt nooit de weg van de minste weerstand. De in 1946 in Gent geboren contratenor en dirigent is een grote kenner van muziek uit de 17e, 18e en 19e eeuw, daarbij geholpen door zijn studie klassieke filologie aan de universiteit van Gent. Dat heeft zijn inzicht in de culturele en literaire betekenis van muziek en tekst danig vergroot. In de jaren 60 ontmoette hij voorvechters van de authentieke uitvoeringspraktijk, zoals Gustav Leonhardt en de Belgische broers Sigiswald, Barthold en Wieland Kuijken. In de studio nam hij niet alleen klassieke barokwerken op, maar ontfermde hij zich ook over minder bekende werken van onder anderen Frescobaldi, Cesti en Henri Dumont. In 1977 richtte hij het ensemble Concerto Vocale op, dat zich toelegt op een historisch bewuste uitvoering van barokmuziek. Met de blik van een detective speurt Jacobs naar bronnen omtrent de werken op het programma van Concerto Vocale, wat leidt tot iconoclastische uitvoeringen. Jacobs stimuleerde de zichtbaarheid en reputatie van orkesten die op historische instrumenten spelen door met ze op te treden in onder meer de Koninklijke Muntschouwburg te Brussel, Staatsoper Unter den Linden en het Theater an der Wien. Enkele hoogtepunten uit zijn uitgebreide discografie (ruim 250 albums) zijn uitvoeringen van Mozarts Le Nozze di Figaro, Beethovens Missa Solemnis en Bachs Johannes-Passion.